Mondkapjes beschrijving


De beschrijving van het rechte model vind u onderaan.


Dit kapje heeft dezelfde binnen en buitenkant. In dit model is een coupenaadje toegevoegd van  cm breed en 5 + 1 (naad) lang in het midden van de zijkant.

Knip 2 x het patroon op dubbele stof met 1 cm naad uit. 


Knip het kapje ook 1 x van dubbele Vlieseline met naad uit.

Hier hebben we de L11 gebruikt omdat deze goed gewassen kan worden, hij is innaaibaar en heeft geen plaklaag.


Teken het coupnaadje op de stof met de stift waarvan de kleur verdwijnt door het licht of met krijt.

Leg het patroontje aan de andere kant en teken ook daar de lijnen op de stof.

Doe hetzelfde met de Vlieseline.


Stik in alle delen het coupenaadje erin.


Leg de stof met de goede kanten op elkaar en leg bij een kapje aan weerskanten een laagje Vlieseline erop.

Het ene kapje bestaat dus uit 2 lagen en het andere uit 4 lagen.

 


Naai de ronde kanten dicht en knip de naad tot een 1/2 cm af.


Leg het kapje open en strijk het naadje open.

Naai de elastiekjes aan de zijkanten vast.

Dit mag op de achterkant maar ook op de voorkant.


Leg de twee kapjes met de goede kanten van de stof op elkaar en naai de bovenkant, een zijkant en de onderkant dicht.

Knip daarna de naden aan de bovenkant en aan de onderkant af tot een 1/2 cm.


Keer het kapje om en leg de metaaldraad tussen de twee lagen stof in aan de bovenkant. 

Naai aan de bovenkant een tunnel van 1 cm breed.

De metaaldraad zorgt ervoor dat het rond de bovenkant van de neus goed afgesloten kan worden.

Als u geen metaaldraad wil, dan kunt u deze ook weg laten.


Stik het andere zijnaadje dicht en uw mondkapje is klaar voor gebruik.


Mondkapje beschrijving recht model.


Knip een lapje stof van 40cm hoog en 20cm breed. De vlieseline L11 is 20 x 20cm.


Vouw het lapje met de goede kanten op elkaar en leg de vlieseline erop. stik de naad onderaan dicht met een naad van 1 cm.


Draai het lapje met de goede kant naar buiten. De vlieseline zit er nu binnenin. Leg de metaaldraad tussen de lagen stof en stik een tunneltje van een halve centimeter.


Teken de plooien erop met de stift die verdwijnt door het licht. De plooien komen op 5 cm van de bovenkant, vervolgens meet u 2, 1, 2, 2, 1, 2, en dan blijft er aan de onderkant 4 cm over.

Doe dit aan beide zijkanten.


Strijk de plooien er op deze manier in.


Voor dit kapje hebben we gekozen voor lintjes van biasband van 2 cm breed maar u kunt hiervoor ook elastiekjes (10cm lang) gebruiken zoals in het vorige model.

De zijkantjes zijn 15 cm lang en om achter vast te knopen met een strikje zijn hier 60 cm lang geknipt.

U kunt zelf voor uw gewenste lengte kiezen.

Stik de lange stukken dubbel en werk ze netjes af aan een kant.


Naai de bandjes aan de zijkanten op de achterzijde van het kapje vast.

Naai het biasband hierop.

Let op, biasband heeft aan de achterkant twee smalle kanten, de ene is echter iets smaller dan de andere. Gebruik de smalste als eerste. 


Vouw het biasband naar de voorkant en stik hem vast.

Leg het bandje naar de zijkant en stik hem op de rand door.